Skip to main content

De Velshoeve, in eigendom bij de familie Grondman, is een splinternieuw melkveebedrijf in Witharen, nabij het natuurgebied Varsenerveld. Een groot gedeelte van de grond is gelegen bij dit natuurgebied en een deel ervan wordt gepacht van het landgoed ”Den Woesten Heide”. Het is een gezinsbedrijf waarbij alle gezinsleden hun  steentje bijdragen om het te runnen.  Er wordt gewerkt met de modernste technieken om het werk mens- en diervriendelijk rond te kunnen zetten. Het bedrijf is zo ingericht dat in de weideperiode het vee buiten kan weiden. De melk wordt geleverd aan de zuivelcoöperatie de CONO. Het kunnen weiden van het vee heeft hoge prioriteit bij zowel de veehouders die er aan leveren als bij de kaasmakerij.

Om het weiden van de koeien mogelijk te maken is een kavelpad aangelegd naast de bijzonder natuurrijke “Onderhaarse Leiding”.

Er wordt veel aandacht besteed aan de kwaliteit van het grasland, zodat er zo weinig mogelijk krachtvoer hoeft te worden bijgevoerd. Voor biotoopverrijking worden er singels met bloemrijke randen langs de langgerekte kavels aangelegd.

De kavels liggen in een nog betrekkelijk jong ontginningslandschap van de eindjaren dertig van de vorige eeuw. De structuur van deze kavels is al 200 jaar geleden ontstaan toen de Varsener Marke gronden zijn geprivatiseerd. Toen waren er 16  ‘gewaarden’, waarbij iedere gebruiker eigenaar werd en een ‘’waarddeel’’ kreeg toebedeeld van ca. 130 hectare woeste heidegrond, waarin zich ook vennetjes bevonden en turf werd gewonnen.

Calamiteiten

Soms is er wateroverlast ten gevolge van zware regenval. Beweiden door het vee is dan niet mogelijk. De koeien moeten dan even op stal blijven, omdat anders de  graszode wordt vertrapt. Het grasland verandert dan in modder. Het melkvee bedrijf ligt in het Vechtdal.  Dat is een ruim gebied aan weerszijden van Vecht.

Waar de Vecht Nederland binnenkomt is het meer dan 10m hoger dan waar de rivier de Vecht in het Zwarte water uitstroomt tussen Zwolle en Hasselt. Omdat ook het zogenaamde ‘intrekgebied’ van de Vecht dezelfde ‘val’ naar beneden kent zijn om de ca. 300m- 600m stuwen geplaatst. De stuwen zijn onderdeel van een fijnmazig waterbeheerssysteem. Na zware regeval stroomt het water soms over de stuwen heen.

Goed graslandbeheer en een goede structuur van de bodem heeft veel met elkaar te maken. Hier wordt  de kwaliteit van de grond beoordeeld. De aanwezigheid van een goede beworteling, voldoende haarwortels en organische stof zijn belangrijk. Regelmatig wordt de grond bemonsterd op de aanwezigheid van voldoende mineralen, sporenelementen en of er bekalking nodig.  Alles moet zo goed mogelijk in balans zijn om gebreksziekten te voorkomen. Goed bodemleven, voldoende micro-organismen de zogenaamde arbeiders in de bodem, is nodig om de voedingsstoffen in de bodem om te zetten in een voor de grasplantjes opneembare vorm.

 

Achter het bedrijf bevinden zich de kuilvoersilo’s waar het gras/voer dat in het groeiseizoen van de landerijen wordt gewonnen, wordt opgeslagen. Het is belangrijk dat de bewaring goed plaatsvindt, zodat de kwaliteit van het wintervoer niet onderdoet voor die van vers gras in de zomerperiode.

Achter het bedrijf bevindt zich ook de mestsilo met een kap, nodig om de kwaliteit van de mest zo goed mogelijk te houden. Mest is het belangrijkste voedsel voor de plant, noodzakelijk voor een goede grasgroei. Hoe beter de kwaliteit van de mest, des te minder energievretende kunstmest nodig is. Dit is belangrijk voor het streven naar een gesloten kringloop.

Door de goede verkaveling op de lange percelen kan de mest worden toegediend met een sleepslang en behoeft er minder met zwaar materiaal over de grasmat te worden gereden.

Het bedrijf is grotendeels zelfvoorzienend wat energieverbruik betreft. Op de zuidkant van het dak van de ligboxenstal blinken de zonnepanelen en zorgen voor voldoende stroom om het bedrijf te laten functioneren.

De melk wordt opgeslagen in een goed geïsoleerde buitentank en wordt om de drie dagen opgehaald.

In de stallen liggen de koeien in boxen met welzijnsvriendelijke zandbedden. Zand is een anorganisch materiaal. Hierin kunnen de omgevings bacterien zich niet vermenigvuldigen, zodat dit de diergezondheid bevorderd.Voordeel hiervan is dat het de vorm van de koe aanneemt bij het liggen. Twee keer per dag wordt het zandbed schoongeharkt en elke twee/drie weken voorzien van vers zand.

 

 

De mest wordt iedere twee uur met een schuif naar een centrale plaats geschoven, vanwaar het naar een bassin wordt gespoeld en later wordt overgepompt in de mestsilo.

Het afkalven van de koeien vindt zoveel mogelijk buiten plaats of in een daartoe speciaal ingerichte afkalfstal. Er is zand aangebracht i.p.v. stro, dit om het uitglijden te voorkomen en om de hygiëne b.v. vliegen zo goed mogelijk op peil te houden. Het kalf krijgt zo spoedig mogelijk na de geboorte biest van de moeder, noodzakelijk om zo snel mogelijk antistoffen tegen allerlei ziekten binnen te krijgen.

Het voeren gebeurt met een speciaal ingerichte mengvoerwagen en een kleine robot duwt het voer om de paar uur dichter naar de koe toe, zodat de koe altijd kan beschikken over vers voer.

De kalfjes verblijven enige tijd buiten in iglo’s nadat ze uit de afkalfstal komen.

Het melken gebeurt 2 keer per dag in een 36-stands carrousel. De koeien draaien bij de boer langs, zodat hij niet steeds heen en weer hoeft te lopen.

Hygiene speelt bij het melken een grote rol.

Er is ook ijsverkoop.

Voor het melken worden de koeien bij elkaar gebracht in een zogenaamde wachtruimte. Ze lopen dan een voor een de carrousel binnen en na het melken een voor een er weer uit.

Het melken is te bezichtigen vanuit een ontvangst ruimte voor bezoekers. Hier worden de gasten ontvangen voor excursies, rondleidingen, presentaties en workshops.

Aan de voorkant van de boerderij is in de schapenweide een nieuwe boomgaard aangeplant.

Er valt over van alles nog veel meer te vertellen, schroom niet maar neem contact op.

Geschiedenis

Recent verleden
De familie Grondman boerde al geruime tijd in Lemele.
Er was echter op die plek onvoldoende toekomstperspectief.
Op enig moment zijn ze met de familie Van der Heide in gesprek gekomen over mogelijke
inplaatsing van een compleet nieuw bedrijf midden in een kavel van ruim 80 hectare grond.
Tijdens deze gesprekken kwam het bedrijf van de familie Wermink ietsje noordwaarts gelegen, te koop. Dit bedrijf is aangekocht en er is een geheel nieuw melkveebedrijf gevestigd. Met een deel aankoop en een deel pachtgrond van de familie Van der Heide kon een grondgebonden melkveebedrijf worden gerealiseerd.
De familie Grondman hield zich al jarenlang bezig met het fokken van koeien met voldoende levensduur en veel melk uit gras.
Dit resulteerde in een topproductie koe van Geertje 133.
geboortedatum 17-11-1997
Op 27-07-2012 had ze 10.000 kg vet & eiwit gegeven.
Ze is in totaal bijna 18 jaar oud geworden. Ze is in oktober 2015 overleden.

Historie bedrijf

Eind jaren dertig kocht de heer Dries Beekman grond van  Breukelman.
De heer Beekman heeft deze grond door de Heidemij laten ontginnen en er in eerste instantie alleen een woonhuis met de schuur er aan vast gebouwd.
Jan van der Linde van de Rondweg Witharen, beheerde toen de grond .
Later werd Gerrit Kamphof, gehuwd met dochter Hendrikje van Jan van der Linde er bedrijfsleider. Zij emigreerden eindjaren veertig/beginjaren vijftig naar Canada. In 1950 zijn Jan Wermink en zijn vrouw Dina, een andere dochter van Jan van der Linde het bedrijf gaan beheren. Er werden kippenstallen bijgebouwd en ook een varkenstal. In 1957 werd een nieuwe stal en een nieuw huis bijgebouwd. Het aantal koeien werd geleidelijk aan uitgebreid.
in 1990 namen Jan Wermink junior en zijn vrouw Henny Meulenkamp het beheer van het bedrijf van hun ouders over. Volgens de familie van de Bosch Beekman hebben  beide generaties Wermink hebben het bedrijf beheerd alsof het hun eigen bedrijf was.
In 2004 verkocht de familie Bosch Beekman het bedrijf met de grond tussen de Witharenweg en de Onderhaarse Leiding aan de Familie Wermink.
De grond zuidwaarts van de Onderhaarse Leiding werd verkocht aan W. van der Heide.

Jan  Wermink junior hield zich jarenlang bezig met het fokken van topkoeien. Dit resulteerde in diverse bekroningen.

Koeien op de grupstal bij de familie Wermink. (jaren zestig van de vorige eeuw)

Het bedrijf is vele jaren een gemend bedrijf geweest. Een mooie koppel koeien, vleeskuikenouderdieren, fokzeugen en later vleesvarkens. De kippenhokken  stonden in de wei richting “De Onderhaarse”. Na het overlijden van de heer Beekman in 1967, kreeg de familie van den Bosch Beekman het bedrijf uit de erfenis.

WITHAREN IN DE PREHISTORIE
Toen het ijs van de laatste ijstijd verdween bleef er een kaal landschap achter. De wind stoof het zand op in richels. Vooral in Salland zijn oost-west lopende ruggen van zand te vinden.
Bij Witharen is ook heel fijn wit zand neergekomen. Vandaar de naam ‘Witharen’.
Tussen de ruggen waren er laagtes waar het water maar moeilijk weg kon. Bomen en struiken deden het slecht op deze kalkarme moerassige gronden.
Plaatselijk komen er leemlagen tussen de zandpakketten voor waardoor water niet kan wegzakken.
Daarnaast verstoren deze leemlagen ook de grondwaterstroming. Daardoor komt er plaatselijk grondwater naar boven (kwel). Bijvoorbeeld in het Varsenerveld waardoor daar weer bijzondere planten kunnen groeien.
Bewoning was te verwachten op de drogere stukken op de rand naar de laagtes.
ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN
De eerste vondsten in Witharen zijn uit de late steentijd. Er zijn drie geregistreerde archeologische vondsten gedaan. Allemaal aan de zuidkant van de zandrug van Witharen.
Deze bijl is gevonden in 2006, op het erf van de Familie Klomp, Rondweg 1, bij het omwerken van een gedeelte tussen de schuren. Niet zo heel diep dus.
De steen is ruw en hard.
Het gat is ongeveer 2 cm diep. De bijl is dus niet afgemaakt.

De ‘haar’ van Witharen is aangewezen als een ‘archeologisch potentie gebied’. Dat wil zeggen dat er grote kans is dat bij graaf werkzaamheden er meer vondsten gedaan worden.